Duizeligheid

Duizeligheid wordt vaak ervaren als het gevoel dat de relatie tot de ruimtelijke omgeving verstoord is. De sensatie die men ervaart kan nogal verschillen. Het kan gaan om draaierigheid, zweverigheid, het gevoel alsof de wereld om u heen draait of het idee dat u zelf rond tolt. Hierbij kan desoriëntatie voorkomen en het gevoel om te vallen. Verder kunnen er bijkomende verschijnselen zijn, zoals angst, transpireren, misselijkheid en braken. Duizeligheid herstelt vaak vanzelf met vier weken.

De bekendste oorzaken van een acute aanval van draaiduizeligheid zijn:

– Vestibulaire duizeligheidsklachten: Ontsteking van het evenwichtsorgaan of evenwichtszenuw. Meestal gaat het om een virale ontsteking in aansluiting op een griepperiode
– BPPD (benigne paroxysmale positieduizeligheid). Dit is een draaiduizeligheid die seconden tot een minuut duurt en optreedt bij bepaalde bewegingen (bukken, omhoog kijken, omdraaien in bed, gaan liggen in bed)
– De ziekte van Ménière
– Een aanval van migraine (waarbij de duizeligheid vaak gepaard gaat met hoofdpijn)
– Doorbloedingsstoornis of bloeding in evenwichtsorgaan en/of (kleine) hersenen
– Een daling van de bloeddruk bij overeind komen kan leiden tot een licht gevoel in het hoofd bij opstaan of langdurig staan. Dit fenomeen noemt men orthostatische hypotensie en kan soms een bijwerking van medicatie zijn

Duizeligheid ontstaat ook bij een laag bloedsuikergehalte of vergiftigingen (bijvoorbeeld door alcohol of medicijngebruik). Angst (al dan niet in combinatie met hyperventilatie) en depressie kunnen ook leiden tot duizeligheidsklachten. Meestal betreft het dan een licht, zweverig gevoel en geen draaiduizeligheid.

Als uw klachten niet goed herstellen binnen de vier weken is het goed om uw huisarts te consulteren. Daarnaast kan een combinatie van manuele therapie, al dan niet gecombineerd met speciale manoeuvres, en psychosomatische fysiotherapie waarbij gekeken kan worden naar ademhaling en angsten zeer succesvol zijn bij bepaalde soorten van duizeligheid.